Het Linux bestandssysteem
In tegenstelling tot het DOS/Windows bestandssysteem, zijn de namen van bestanden en mappen hoofdlettergevoelig in het Linux bestandssysteem. De rootdirectory wordt met een schuine streep / aangeduid. De schuine streep wordt ook gebruikt om directory's en bestanden te scheiden. Op die manier geschreven vormt dit het pad, een wegwijzer, naar een bestand of directory. home/jef/fric-frac/vendor/modernways/src/Helpers.php wijst naar een bestand met de naam Helpers.php in de map src.
Meest gebruikte directory's
In een Linux omgeving zijn dit enkele belangrijke hoofdmappen vanaf de root directory:
sbin | bevat essentiële programma's voor de werking van het systeem voor alle gebruikers (bvb. systeembeheer, onderhoud, hardware configuratie, bootmanager) |
bin | basiscommando's voor zowel de administrator als de gewone gebruiker (bvb. commando's om te navigeren in het bestandssysteem) |
boot | de Linux kernel en de bootmanager Lilo plaatst hier een backup van de boot sector |
dev | bevat de voorstelling van alle hardware en randapparatuur van de computer. Elke bestand stelt een randapparaat voor. Om een apparaat aan te spreken wordt data naar het bestand geschreven (bvb. om een geluid af te spelen) of data van het bestand gelezen (bvb. een netwerkstream inlezen) |
etc | configuratiebestanden van het systeem zoals de configuratie van de grafische X-omgeving, bootmanager, opstart scripts |
home | persoonlijke mappen van de gebruikers met hun documenten en instellingen. Elke gebruiker heeft een submap genoemd naar hun gebruikersnaam |
lib | gedeelde libraries vereist voor systeemprogramma's |
lost+found | als het systeem abrupt afgesloten werd (bvb. door een stroomonderbreking), zal het programma fsck het bestandssysteem controleren, corrupte bestanden proberen herstellen en het resultaat in deze map plaatsen |
mnt | bevat alle mount-punten van het systeem voor toegang tot opslagmedia zoals partities op de harde schijf, diskette drive, CD-ROM drive |
opt | software en aanvullende pakketten die geen deel uitmaken van de standaard installatie (bvb. KDE, StarOffice) |
proc | een virtueel bestandssysteem (opgeslagen in het virtueel geheugen en opgebouwd tijdens het opstarten) dat alle processen volgt en de staat van het systeem bijhoudt |
root | persoonlijke documenten en instellingen van de 'root' gebruiker, die beheerder van het systeem is |
tmp | tijdelijke opslag van data, wordt meestal volledig leeg gemaakt tijdens het afsluiten |
usr | alle programma's voor de gebruikers (bvb. de grafische X-omgeving, telnet, ftp, gnome applicaties) |
var | spool bestanden (bvb. data om te versturen naar een printer) |
Regels naamgeving
- regels zijn dezelfde voor directory's en bestandsnamen
- namen zijn hoofdlettergevoelig
- speciale tekens (niet ASCII) zijn toegestaan; het is echter aangeraden geen tabls en spaties en ook geen metakarakters (* ? [ ] ! $ &, enz.) te gebruiken. Die hebben in BASH een speciale betekenis
- het teken / wordt gebruikt om bestandsnaam en namen van directory's te scheiden en kunnen dus niet in namen gebruikt worden
- extensies (.txt, .php, enz) zijn toegestaan maar hebben in BASH geen speciale betekenisy
- er bestaan enkele voorgedefineëerde directorynamen:
~ de homedirectory van de ingelogde gebruiker . de huidige directory waarin gewerkt wordt .. een direcory hogerop dan de huidige directory
2020-03-19 11:30:09